Het verschil tussen aanliggend en aangrenzend
Bij gebruik als zelfstandige naamwoorden , aanliggend betekent abutment, terwijl aangrenzend betekent iets dat naast iets anders ligt, vooral de zijde van een rechthoekige driehoek die noch de hypotenusa, noch het tegenovergestelde is.
Bij gebruik als adjectieven , aanliggend betekent tegenover elkaar staan, van voren naar voren, terwijl aangrenzend betekent naast, dichtbij of aaneengesloten liggen.
Aangrenzend is ook voorzetsel met de betekenis: naast.
kijk hieronder voor de andere definities van Aangrenzend en Aangrenzend
-
Aangrenzend als een bijvoeglijk naamwoord :
Tegenover elkaar, van voren naar voren.
-
Aangrenzend heb een werkwoord :
-
Aangrenzend heb een zelfstandig naamwoord :
abutment
Voorbeelden:
'de aanslagen van wegen'
-
Aangrenzend als een bijvoeglijk naamwoord :
Naast, dichtbij of aaneengesloten liggen; naburig; grenzend aan.
Voorbeelden:
'Omdat de vergaderruimte vol is, vergaderen we in de aangrenzende ruimte.'
-
Aangrenzend als een bijvoeglijk naamwoord :
Net ervoor, erna of tegenover.
Voorbeelden:
'De foto staat op de pagina hiernaast' '.'
-
Aangrenzend heb een zelfstandig naamwoord :
Iets dat naast iets anders ligt, vooral de zijde van een rechthoekige driehoek die noch de hypotenusa, noch het tegenovergestelde is.
-
Aangrenzend heb een voorzetsel (ONS):
Naast; grenzend aan; naast.
Vergelijk woorden:
Zoek het verschilVergelijk met synoniemen en verwante woorden:
- aangrenzend versus aangrenzend
- aangrenzend versus aangrenzend
- aangrenzend versus aangrenzend
- aangrenzend versus naast elkaar geplaatst
- aangrenzend versus dichtbij
- aangrenzend versus apart
- aangrenzend versus ver weg
- aangrenzend versus niet-aangrenzend