Het verschil tussen Accelerate en Expedite
Bij gebruik als werkwoorden , versnellen middelen om sneller te bewegen, terwijl bespoedigen middelen om de voortgang van.
Bij gebruik als adjectieven , versnellen betekent versneld, terwijl bespoedigen betekent vrij van belemmering.
kijk hieronder voor de andere definities van Versnellen en Versnellen
-
Versnellen heb een werkwoord (transitief):
Om sneller te bewegen; om de beweging van te versnellen; toe te voegen aan de snelheid van.
-
Versnellen heb een werkwoord (transitief):
Om de natuurlijke of gewone progressie of het proces van.
Voorbeelden:
'om de groei van een plant, de toename van rijkdom, enz. te versnellen'
-
Versnellen heb een werkwoord (transitief, natuurkunde):
Om een snelheidsverandering te veroorzaken.
-
Versnellen heb een werkwoord (transitief):
Om te haasten, als het optreden van een gebeurtenis.
Voorbeelden:
'om ons vertrek te versnellen'
-
Versnellen heb een werkwoord (transitief, onderwijs):
Om een student in staat te stellen een opleiding in minder dan normale tijd af te ronden.
-
Versnellen heb een werkwoord (onovergankelijk):
Om sneller te worden; om sneller te gaan bewegen.
-
Versnellen heb een werkwoord (onovergankelijk):
Toenemen; toename.
-
Versnellen heb een werkwoord (verouderd):
-
Versnellen als een bijvoeglijk naamwoord (bijzonder):
Versneld; versneld; gehaast; gehaast.
-
Versnellen heb een werkwoord (transitief):
Om de voortgang van.
Voorbeelden:
'Hij versnelde het zoeken door de papieren te alfabetiseren.'
-
Versnellen heb een werkwoord (transitief):
Om (een taak) snel en efficiënt uit te voeren.
-
Versnellen als een bijvoeglijk naamwoord :
Vrij van belemmering; ongehinderd.
-
Versnellen als een bijvoeglijk naamwoord :
Snel; snel; prompt.
Vergelijk woorden:
Zoek het verschilVergelijk met synoniemen en verwante woorden:
- versnellen versus haasten
- versnellen versus versnellen
- versnellen versus versnellen
- versnellen versus versnellen
- versnellen vs verder
- versnellen versus vooruitgaan
- versnellen versus vooruit