Het verschil tussen begeleiden en bijwonen
Bij gebruik als werkwoorden , begeleiden betekent gaan met of aanwezig zijn als een metgezel of partner, terwijl bijwonen betekent luisteren naar (iets of iemand).
kijk hieronder voor de andere definities van Begeleiden en Bijwonen
-
Begeleiden heb een werkwoord (transitief):
Om mee te gaan of aanwezig te zijn als een metgezel of partner; om gezelschap te houden; samengaan met.
Voorbeelden:
'Geoffrey vergezelde de groep op hun pelgrimstocht.'
-
Begeleiden heb een werkwoord (transitief):
Om aan te vullen met; toevoegen aan.
-
Begeleiden heb een werkwoord (onovergankelijk, muziek):
Een begeleidende partij of delen in een compositie uitvoeren.
-
Begeleiden heb een werkwoord (transitief, muziek):
Een begeleidende partij uitvoeren naast (een ander instrument of muzikant).
Voorbeelden:
'De strijkers werden begeleid door twee houtblazers.'
'Ik zal haar vergezellen op de hobo.'
-
Begeleiden heb een werkwoord (onovergankelijk, verouderd):
Om te associëren in een bedrijf; gezelschap houden.
-
Begeleiden heb een werkwoord (onovergankelijk, verouderd):
Samenwonen (met).
-
Begeleiden heb een werkwoord (transitief, verouderd):
Samenwonen met; samenleven met; optreden met.
Voorbeelden:
'rfquotek Sir T. Herbert'
-
Begeleiden heb een werkwoord :
Tegelijkertijd te vinden.
Voorbeelden:
'Donder gaat bijna altijd gepaard met bliksem tijdens een regenbui.'
-
Bijwonen heb een werkwoord (archaïsch, transitief):
Om naar (iets of iemand) te luisteren; opletten; beschouwen; luister.
-
Bijwonen heb een werkwoord (archaïsch, intransitief):
Luisteren (, ).
-
Bijwonen heb een werkwoord (onovergankelijk):
Om iemands overweging te veranderen (); om mee om te gaan (een taak, probleem, zorg etc.), om voor te zorgen.
Voorbeelden:
'Secretarissen verzorgen de correspondentie.'
-
Bijwonen heb een werkwoord (ambitransitief):
Om op te wachten als een dienaar enz .; begeleiden om (iemand) te helpen.
Voorbeelden:
'Bedienden zorgen voor de garderobe van hun werkgever.'
-
Bijwonen heb een werkwoord (transitief):
Aanwezig zijn bij (een evenement of plaats) om deel te nemen aan een actie of procedure; om regelmatig naar (een evenement of plaats) te gaan.
Voorbeelden:
'Kinderen moeten naar de basisschool.'
-
Bijwonen heb een werkwoord (onovergankelijk, legaal):
Om voor een bepaald doel (met) naar (een plaats) te gaan.
-
Bijwonen heb een werkwoord :
Aanwezig zijn bij; vergezellen; verenigd of consequent zijn.
Voorbeelden:
'een maatregel met nadelige gevolgen'
-
Bijwonen heb een werkwoord :
Wachten op; te wachten staan; te blijven, te blijven of in petto te hebben.
-
Bijwonen heb een werkwoord :
.
Vergelijk woorden:
Zoek het verschilVergelijk met synoniemen en verwante woorden:
- begeleiden vs bijwonen
- begeleiden vs escort
- begeleiden vs gaan met
- bijwonen vs behear
- bijwonen vs luisteren
- bijwonen vs mark
- bijwonen vs kennisgeving
- bijwonen vs kennisgeving
- bijwonen vs opletten
- bijwonen vs pas op
- bijwonen vs bestand
- bijwonen versus serveren