Het verschil tussen anticiperen en uitkijken naar
Bij gebruik als werkwoorden , anticiperen betekent om voor (iemand) te handelen, vooral om een actie te voorkomen, terwijl uitkijken naar betekent anticiperen, verwachten of wachten, vooral met een gevoel van goedkeuring of plezier. opgewonden of enthousiast zijn.
kijk hieronder voor de andere definities van Anticiperen en Uitkijken naar
-
Anticiperen heb een werkwoord (transitief):
Om voor (iemand) te handelen, vooral om een actie te voorkomen.
-
Anticiperen heb een werkwoord :
(iets) voortijdig opnemen of introduceren.
Voorbeelden:
'De advocaat is van plan op een deel van haar betoog vooruit te lopen.'
-
Anticiperen heb een werkwoord :
(iets) weten voordat het gebeurt; verwachten.
Voorbeelden:
'anticiperen op de geneugten van een bezoek'
'anticiperen op het kwaad van het leven'
'Reken alstublieft op een reis van een uur van uw huis naar de luchthaven'
-
Anticiperen heb een werkwoord :
gretig wachten op (iets)
Voorbeelden:
'Kleine Johnny begon te anticiperen op de komst van de kerstman een week voor Kerstmis.'
-
Uitkijken naar heb een werkwoord (transitief, idiomatisch):
Om te anticiperen, verwachten of wachten, vooral met een gevoel van goedkeuring of plezier. Wees opgewonden of enthousiast.
Vergelijk woorden:
Zoek het verschilVergelijk met synoniemen en verwante woorden:
- anticiperen versus uitsluiten
- anticiperen versus verwachten
- anticiperen versus voorsmaak
- anticiperen versus voorzien
- anticiperen vs uitkijken naar