Het verschil tussen publiek en publiek
Bij gebruik als zelfstandige naamwoorden , publiek betekent een groep mensen binnen het gehoor, terwijl menigte betekent een groep mensen die zonder orde is samengekomen of verzameld in een hecht lichaam.
Menigte is ook werkwoord met de betekenis: vooruit drukken.
kijk hieronder voor de andere definities van Publiek en Menigte
-
Publiek heb een zelfstandig naamwoord :
Een groep mensen die horen; in het bijzonder een grote groep mensen die naar een optreden, toespraak enz. luisteren of kijken.
Voorbeelden:
'We voegden ons bij het publiek toen de lichten uitgingen.'
-
Publiek heb een zelfstandig naamwoord (nu, _, zeldzaam):
Horen; de toestand of staat van horen of luisteren.
-
Publiek heb een zelfstandig naamwoord :
Een wijdverbreid of landelijk kijk- of luisterpubliek, vanaf een tv- of radionetwerk of programma.
-
Publiek heb een zelfstandig naamwoord :
Een formele ontmoeting met een staats- of religieuze hoogwaardigheidsbekleder.
Voorbeelden:
'Ze kreeg audiëntie bij de paus.'
-
Publiek heb een zelfstandig naamwoord :
Het lezerspubliek van een boek of andere geschreven publicatie.
Voorbeelden:
'Private Eye' heeft een klein maar trouw publiek. '
-
Publiek heb een zelfstandig naamwoord :
Een volgende.
Voorbeelden:
'De operazanger breidde zijn publiek uit door liedjes uit de shows te zingen.'
-
Publiek heb een zelfstandig naamwoord (historisch):
Een audiencia (gerechtelijke rechtbank van het Spaanse rijk), of het grondgebied dat erdoor wordt beheerd.
-
Menigte heb een werkwoord (onovergankelijk):
Om vooruit te gaan; vooruit te gaan door op te drukken.
Voorbeelden:
'De man dromde de volle kamer binnen.'
-
Menigte heb een werkwoord (onovergankelijk):
Om samen te drukken of te verzamelen in cijfers
Voorbeelden:
'Ze drongen door de poort het park binnen.'
'synoniemen: zwerm menigte in'
-
Menigte heb een werkwoord (transitief):
Om samen te drukken of te rijden, vooral in een kleine ruimte; proppen.
Voorbeelden:
'Hij probeerde te veel koeien in de koeienstal te duwen.'
-
Menigte heb een werkwoord (transitief):
Om te vullen door samen te drukken of te verdringen
-
Menigte heb een werkwoord (transitief, vaak gebruikt met 'uit' of 'uit'):
Om te duwen, te drukken, te duwen.
Voorbeelden:
'Ze probeerden haar van het trottoir te verdringen.'
-
Menigte heb een werkwoord (nautisch):
Om een ander schip te dicht te naderen als het voorrang heeft.
-
Menigte heb een werkwoord (nautisch, van een vierkant getuigd schip, transitief):
Om overtollig zeil te dragen in de hoop sneller te bewegen.
-
Menigte heb een werkwoord (transitief):
Om op verzoek te drukken; aandringen; naar dun; vandaar, onbeleefd of onredelijk te behandelen.
-
Menigte heb een zelfstandig naamwoord :
Een groep mensen kwam zonder orde samen of verzamelde zich in een hecht lichaam.
Voorbeelden:
'Nadat de film was uitgekomen, drong een menigte mensen door de uitgangsdeuren.'
-
Menigte heb een zelfstandig naamwoord :
Verschillende dingen verzameld of dicht bij elkaar gedrukt; ook sommige dingen grenzen aan elkaar.
Voorbeelden:
'Er was een massa speelgoed onder de bank geduwd waar de kinderen aan het spelen waren.'
-
Menigte heb een zelfstandig naamwoord (met bepaald lidwoord):
De zogenaamde lagere orden van mensen; de bevolking, vulgair.
-
Menigte heb een zelfstandig naamwoord :
Een groep mensen verenigd of in ieder geval gekenmerkt door een gemeenschappelijk belang.
Voorbeelden:
'De fans van die obscure auteur waren een nerdachtig publiek dat voor het internettijdperk nauwelijks contact had.'
-
Menigte heb een zelfstandig naamwoord (verouderd):
-
Menigte heb een zelfstandig naamwoord :
Een viool.
-
Menigte heb een werkwoord (verouderd, intransitief):
Om op een menigte te spelen; friemelen.
Vergelijk woorden:
Zoek het verschilVergelijk met synoniemen en verwante woorden:
- publiek versus toeschouwers
- publiek versus menigte
- aggregatie versus menigte
- cluster versus menigte
- menigte versus groep
- menigte versus massa
- publiek versus menigte
- menigte versus groep
- menigte versus veelheid
- menigte versus publiek
- menigte versus zwerm
- menigte versus menigte
- menigte versus iedereen
- menigte versus algemeen publiek
- menigte versus massa
- menigte versus gepeupel
- menigte versus menigte
- menigte versus ongewassen