Het verschil tussen Beat up en Rough up
Bij gebruik als werkwoorden , in elkaar geslagen betekent om een zware pak slaag te geven, terwijl ruig middelen om te mishandelen of in elkaar te slaan.
In elkaar geslagen is ook zelfstandig naamwoord met de betekenis: een persoon die, of een ding dat, in elkaar is geslagen.
In elkaar geslagen is ook bijvoeglijk naamwoord met de betekenis: gehavend door tijd en gebruik.
kijk hieronder voor de andere definities van In elkaar geslagen en Ruw omhoog
-
In elkaar geslagen heb een werkwoord (transitief):
Om een zwaar pak slaag te geven; gewelddadig aan te vallen met herhaalde slagen.
Voorbeelden:
'Ik werd op weg naar huis door boeven in elkaar geslagen.'
-
In elkaar geslagen heb een werkwoord (verouderd):
Om plotseling aan te vallen; alarmeren.
-
In elkaar geslagen heb een werkwoord :
Op een andere manier verwondingen veroorzaken die vergelijkbaar zijn met het resultaat van een pak slaag.
-
In elkaar geslagen heb een werkwoord (reflexief):
Zich erg schuldig voelen en zichzelf ergens over beschuldigen. Meestal gevolgd door over of over.
Voorbeelden:
'Sla jezelf niet in elkaar over zo'n kleine fout.'
-
In elkaar geslagen heb een werkwoord (militair, gebruik WW2-luchtpiloten):
Bombardeer herhaaldelijk een of meer militaire doelen.
-
In elkaar geslagen heb een werkwoord :
Om iets voor elkaar te krijgen, afgeleid van het idee van verslaan voor spel
-
In elkaar geslagen heb een werkwoord (onovergankelijk, nautisch):
Om naar de wind te zeilen met behulp van een reeks afwisselende kopspijkers over de wind.
-
In elkaar geslagen heb een werkwoord (onovergankelijk, gedateerd):
Storen; om voortijdig een bezoek te brengen aan.
-
In elkaar geslagen heb een werkwoord (onovergankelijk, gedateerd):
Om ijverig te werk te gaan om helpers of deelnemers aan een onderneming te krijgen.
Voorbeelden:
'in elkaar slaan voor rekruten, of voor vrijwilligers'
-
In elkaar geslagen als een bijvoeglijk naamwoord (jargon):
Gehavend door tijd en gebruik; in elkaar geslagen.
-
In elkaar geslagen heb een zelfstandig naamwoord :
Een persoon die, of een ding dat, in elkaar is geslagen.
-
In elkaar geslagen heb een zelfstandig naamwoord (UK, militair jargon):
Een daad van in elkaar slaan: een inval. Een pak slaag; een ontgroening.
-
In elkaar geslagen heb een zelfstandig naamwoord (VK, Australië, Nieuw-Zeeland):
Een kunstmatig of oneerlijk vervaardigd alarm of geschreeuw, vooral een die door of door de media wordt geagiteerd.
-
In elkaar geslagen heb een zelfstandig naamwoord (bosbouw):
Een boom die later dan andere op een plantage is geplant.
-
Ruw omhoog heb een werkwoord :
om te mishandelen of in elkaar te slaan
Voorbeelden:
'De gangsters hebben hem een beetje lastiggevallen.'
-
Ruw omhoog heb een werkwoord :
Opruwen, opruwen (vooral bij het ophogen van hout)
Vergelijk woorden:
Zoek het verschilVergelijk met synoniemen en verwante woorden:
- in elkaar slaan versus opnieuw doen
- in elkaar geslagen versus ruw
- in elkaar slaan versus doorwerken
- verslaan versus in elkaar slaan
- in elkaar geslagen versus in elkaar geslagen
- in elkaar geslagen versus vervallen
- in elkaar geslagen versus ontgroening