Het verschil tussen jas en jas
Bij gebruik als zelfstandige naamwoorden , jas betekent een bovenkledingstuk dat het bovenlichaam en de armen bedekt, terwijl jas betekent een kledingstuk dat op het bovenlichaam wordt gedragen buiten een overhemd of blouse, vaak taille- tot dijbeenlengte.
Bij gebruik als werkwoorden , jas middelen om te bedekken met een coating van een materiaal, terwijl jas middelen om een jas of andere bedekking in te sluiten of erin te omhullen.
kijk hieronder voor de andere definities van Jas en Jas
-
Jas heb een zelfstandig naamwoord (telbaar):
Een bovenkledingstuk dat het bovenlichaam en de armen bedekt.
-
Jas heb een zelfstandig naamwoord (telbaar):
Een bedekking van materiaal, zoals verf.
-
Jas heb een zelfstandig naamwoord (telbaar):
De vacht of veren die de huid van een dier bedekken.
Voorbeelden:
'Toen de hond zijn vacht uitwierp, liet hij haar achter op het meubilair en het tapijt.'
-
Jas heb een zelfstandig naamwoord (ontelbaar, nautisch):
Doek met dikke teer beschilderd en om een mast of boegspriet bevestigd om te voorkomen dat er water langs de zijkanten in het ruim loopt (nu van rubber of leer).
-
Jas heb een zelfstandig naamwoord (verouderd):
Een petticoat.
-
Jas heb een zelfstandig naamwoord :
De gewoonte of gewaad van een orde van mannen, die de orde of het ambt aangeeft; kleding.
-
Jas heb een zelfstandig naamwoord :
Een wapen.
-
Jas heb een zelfstandig naamwoord :
Een jaskaart.
-
Jas heb een werkwoord (transitief):
Om te bedekken met een coating van een materiaal.
Voorbeelden:
'De koekenpan was bedekt met een laag antiaanbaklaag, waardoor hij makkelijker te wassen was.'
-
Jas heb een werkwoord (transitief):
Om te bedekken als een jas.
-
Jas heb een werkwoord (transitief, archaïsch):
Om te kleden.
-
Jas heb een zelfstandig naamwoord :
Een kledingstuk dat op het bovenlichaam wordt gedragen buiten een overhemd of blouse, vaak van heuplengte tot dijbeenlengte.
-
Jas heb een zelfstandig naamwoord :
Een stuk van iemands pak, naast een broek en soms een vest; jas
-
Jas heb een zelfstandig naamwoord :
Een verwijderbare of vervangbare beschermende of isolerende hoes voor een object (bijvoorbeeld een boek, warmwatertank.)
-
Jas heb een zelfstandig naamwoord (jargon):
Een politierapport.
-
Jas heb een zelfstandig naamwoord (leger):
In munitie, een versterkende band die de buis waarin de lading wordt afgevuurd, omringt en versterkt.
-
Jas heb een zelfstandig naamwoord :
De taaie schil van een gepofte aardappel.
Voorbeelden:
'Kook de aardappelen in hun jasjes.'
-
Jas heb een werkwoord (transitief):
Om in een jasje of andere omhulling te omsluiten of in te pakken.
Vergelijk woorden:
Zoek het verschilVergelijk met synoniemen en verwante woorden:
- jas versus jas
- jas versus mouw