Het verschil tussen Gereed en Voltooid
Bij gebruik als adjectieven , gedaan betekent klaar, volledig gekookt, terwijl afgewerkt betekent verwerkt of geperfectioneerd.
kijk hieronder voor de andere definities van Gedaan en Afgewerkt
-
Gedaan als een bijvoeglijk naamwoord (Van voedsel):
Klaar, helemaal gaar.
Voorbeelden:
'Zodra de aardappelen gaar zijn, kunnen we gaan zitten en eten.'
-
Gedaan als een bijvoeglijk naamwoord :
Een activiteit hebben voltooid of beëindigd.
Voorbeelden:
'Hij schoof zijn lege bord weg, zuchtte en zei:' Ik ben klaar. '
'Ze waren klaar met spelen en waren het speelgoed aan het ophalen toen hij arriveerde.'
-
Gedaan als een bijvoeglijk naamwoord :
Uitgeput of volledig uitgeput zijn.
Voorbeelden:
'Als het water op is, kunnen we maar een paar dagen door.'
-
Gedaan als een bijvoeglijk naamwoord :
Zonder hoop of uitzicht op voltooiing of succes.
Voorbeelden:
'Hij is klaar, na drie valpartijen is er geen kans dat hij het kan afmaken.'
-
Gedaan als een bijvoeglijk naamwoord :
Modieus, sociaal aanvaardbaar, smaakvol.
Voorbeelden:
'Ik kan niet geloven dat hij gewoon naar haar toe liep en zo met haar sprak, dat soort dingen wordt gewoon niet gedaan!'
'Wat is er tegenwoordig aan de hand? Ik kan het niet bijhouden! '
-
Gedaan heb een werkwoord :
Voorbeelden:
'Ik heb' mijn werk 'gedaan'.
-
Gedaan heb een werkwoord (Afrikaans Amerikaans volkstaal Engels, Zuid-Amerikaans Engels, hulpwerkwoord, neemt een [[verleden tijd]]):
Gebruikt bij het vormen van het perfectieve aspect; hebben.
Voorbeelden:
'Ik heb mijn best gedaan om jullie allemaal op te voeden.'
'Ik werd wakker en ontdekte dat ze weg was.'
-
Gedaan heb een werkwoord (verouderd):
meervoud tegenwoordige vorm van
-
Gedaan heb een zelfstandig naamwoord (informeel, jargon):
Voorbeelden:
'on the done'
-
Afgewerkt als een bijvoeglijk naamwoord (vergelijkbaar):
Verwerkt of geperfectioneerd.
Voorbeelden:
'Hij gaf een zeer afgemaakt, maar ongeïnspireerd optreden.'
-
Afgewerkt als een bijvoeglijk naamwoord :
Voltooid; geconcludeerd; gedaan.
Voorbeelden:
'Ik ben pas vlak voor de lunch klaar.'
'Het programma was na drie uur eindelijk klaar.'
'Hij was pas tegen de middag klaar met opruimen.'
'Hij was nog niet helemaal klaar met zijn opdracht.'
-
Afgewerkt als een bijvoeglijk naamwoord :
Klaar voor; gedoemd; verbruikt.
-
Afgewerkt heb een werkwoord :
Voorbeelden:
'Hij heeft de kast afgemaakt met nog twee lagen polyurethaan.'
Vergelijk woorden:
Zoek het verschilVergelijk met synoniemen en verwante woorden:
- voltooid versus klaar
- geconcludeerd versus klaar
- gedaan versus klaar
- gedaan vs in de boeken
- klaar vs in de boeken