Het verschil tussen Feestdag en Feestdag
Bij gebruik als zelfstandige naamwoorden , feestdag betekent een religieus festival voor een bepaalde heilige of religieuze gebeurtenis, terwijl vakantie betekent een dag waarop traditioneel een festival, religieuze gebeurtenis of nationale viering wordt gevierd.
Vakantie is ook werkwoord met de betekenis: om een periode weg te nemen van werk of studie.
kijk hieronder voor de andere definities van Feestdag en Vakantie
-
Feestdag heb een zelfstandig naamwoord (religie):
Een religieus festival voor een bepaalde heilige of religieuze gebeurtenis.
Voorbeelden:
'17 maart is St. Patrick's feestdag.'
-
Vakantie heb een zelfstandig naamwoord :
Een dag waarop traditioneel een festival, religieuze gebeurtenis of nationale viering wordt gevierd.
Voorbeelden:
'Vandaag is een Wicca-vakantie!'
-
Vakantie heb een zelfstandig naamwoord :
Een dag die door de staat of de regering vrij van werk is verklaard.
-
Vakantie heb een zelfstandig naamwoord (voornamelijk, VK):
Een periode van een of meer vakantiedagen en vaak reizen; vaak meervoud (Amerikaans Engels: vakantie).
-
Vakantie heb een zelfstandig naamwoord (voornamelijk, VK):
(Amerikaans Engels: vakantie) Een periode waarin leerlingen niet naar school gaan; vaak meervoud; zelden gebruikt voor studenten aan de universiteit (meestal: vakantie).
Voorbeelden:
'Ik wil deze zomervakantie een cursus Frans volgen.'
-
Vakantie heb een zelfstandig naamwoord :
Een gat in dekking, b.v. van verf op een oppervlak, of sonarbeelden.
-
Vakantie heb een werkwoord :
Om een tijdje weg te nemen van werk of studie.
-
Vakantie heb een werkwoord (Britse):
Om een periode door te brengen om te reizen.
Vergelijk woorden:
Zoek het verschilVergelijk met synoniemen en verwante woorden:
- feestdag versus heilige dag
- feestdag versus vakantie
- feestdag versus feestdag
- feestdag versus nationale feestdag
- vakantie versus verlof
- vakantie versus vrije tijd
- vakantie versus vakantie
- vakantie versus lacune