Het verschil tussen gas en damp
Bij gebruik als zelfstandige naamwoorden , gas- betekent materie in een toestand tussen vloeistof en plasma die alleen kan worden ingesloten als deze volledig is omgeven door een vaste stof (of in een vloeistofbel) (of bij elkaar wordt gehouden door zwaartekracht), terwijl damp betekent troebele diffuse materie zoals mist, stoom of dampen die in de lucht zweven.
Bij gebruik als werkwoorden , gas- betekent doden met giftig gas, terwijl damp betekent om damp te worden.
Gas is ook bijvoeglijk naamwoord met de betekenis: komisch, maf.
kijk hieronder voor de andere definities van Gas en Damp
-
Gas heb een zelfstandig naamwoord (ontelbaar, chemie):
Materie in een toestand tussen vloeistof en plasma die alleen kan worden vastgehouden als deze volledig is omgeven door een vaste stof (of in een vloeistofbel) (of bij elkaar wordt gehouden door zwaartekracht); het kan condenseren tot een vloeistof, of kan (zelden) direct een vaste stof worden.
Voorbeelden:
'Er was veel gas uit de cilinder ontsnapt.'
-
Gas heb een zelfstandig naamwoord (telbaar, scheikunde):
Een chemisch element of verbinding in een dergelijke staat.
Voorbeelden:
'De atmosfeer bestaat uit een aantal verschillende gassen.'
-
Gas heb een zelfstandig naamwoord (ontelbaar):
Een ontvlambare gasvormige koolwaterstof of koolwaterstofmengsel (typisch overwegend methaan) gebruikt als brandstof, b.v. voor koken, verwarmen, opwekken van elektriciteit of als brandstof in verbrandingsmotoren in voertuigen.
Voorbeelden:
'Gascentrales hebben de kolencentrales grotendeels vervangen.'
-
Gas heb een zelfstandig naamwoord (telbaar):
Een kookplaat op een gasfornuis.
Voorbeelden:
'Ze zette het gas aan, zette de aardappelen aan en stak toen de oven aan.'
-
Gas heb een zelfstandig naamwoord (ONS):
Methaan of andere afvalgassen die in de buik worden opgesloten als gevolg van het spijsverteringsproces.
Voorbeelden:
'Mijn buik doet zo erg pijn, ik heb gas.'
-
Gas heb een zelfstandig naamwoord (jargon):
Een humoristische of vermakelijke gebeurtenis of persoon.
Voorbeelden:
'Hij is zo'n gas!'
-
Gas heb een zelfstandig naamwoord (basketbal):
Een fastball.
Voorbeelden:
'De dichterbij gooide hem alleen maar gas.'
-
Gas heb een zelfstandig naamwoord (geneeskunde, informeel):
Arterieel of veneus bloedgas.
-
Gas heb een werkwoord (transitief):
Om te doden met giftig gas.
-
Gas heb een werkwoord (onovergankelijk):
Om te praten, chatten.
-
Gas heb een werkwoord (onovergankelijk):
Om gas uit te stoten.
Voorbeelden:
'De batterijcel was aan het vergassen.'
-
Gas heb een werkwoord (transitief):
Om met gas te impregneren.
Voorbeelden:
'om kalk te vergassen met chloor bij de vervaardiging van bleekpoeder'
-
Gas heb een werkwoord (transitief):
Schroeien, zoals in een gasvlam, om losse vezels te verwijderen.
Voorbeelden:
'naar gasdraad'
-
Gas heb een zelfstandig naamwoord (ontelbaar, VS):
Benzine; een derivaat van aardolie gebruikt als brandstof.
-
Gas heb een zelfstandig naamwoord (ONS):
Gaspedaal.
-
Gas heb een werkwoord (ONS):
Om een voertuig meer brandstof te geven om het te versnellen.
Voorbeelden:
'De politie komt eraan. Gas het! '
-
Gas heb een werkwoord (ONS):
Om (de brandstoftank van een voertuig) te vullen met brandstof.
-
Gas als een bijvoeglijk naamwoord (Ierland, informeel):
komisch, maf; leuk, grappig
Voorbeelden:
'Mary's nieuwe vriend is een gasman.'
'Het was gas toen de vogel de klas in vloog.'
-
Damp heb een zelfstandig naamwoord :
Bewolkt diffuus materiaal zoals mist, stoom of dampen die in de lucht zweven.
-
Damp heb een zelfstandig naamwoord :
De gasvormige toestand van een stof die normaal gesproken vast of vloeibaar is.
-
Damp heb een zelfstandig naamwoord (verouderd):
Wind; winderigheid.
Voorbeelden:
'rfquotek Francis Bacon'
-
Damp heb een zelfstandig naamwoord :
Iets niet-substantieel, vluchtig of vergankelijk; onwerkelijke fantasie; ijdele verbeelding; koetjes en kalfjes; opscheppen.
-
Damp heb een zelfstandig naamwoord (archaïsch, in het meervoud):
Hypochondrie; melancholie; De blues; hysterie of andere zenuwaandoening.
-
Damp heb een zelfstandig naamwoord (gedateerd):
Elk medicinaal middel ontworpen voor toediening in de vorm van ingeademde damp.
Voorbeelden:
'rfquotek Brit. Pharm '
-
Damp heb een werkwoord (onovergankelijk):
Om damp te worden; worden uitgestoten of gecirculeerd als damp.
-
Damp heb een werkwoord (transitief):
Om in damp te veranderen.
Voorbeelden:
'een verhitte vloeistof verdampen'
-
Damp heb een werkwoord (onovergankelijk):
Om niet-substantiële taal te gebruiken; opscheppen of brullen.
-
Damp heb een werkwoord :
Om damp of dampen af te geven.
Vergelijk woorden:
Zoek het verschilVergelijk met synoniemen en verwante woorden:
- gas versus stoom
- gas versus damp
- gas versus wind
- scheet vs gas
- benzine versus benzine
- gas versus benzine
- gas vs stap op het gas
- gas vs raakte het gas
- gas vs tanken