Het verschil tussen Glare en Shine
Bij gebruik als zelfstandige naamwoorden , schittering betekent een intens, verblindend licht, terwijl schijnen betekent helderheid van een lichtbron.
Bij gebruik als werkwoorden , schittering betekent boos staren, terwijl schijnen betekent licht uitstralen.
Schittering is ook bijvoeglijk naamwoord met de betekenis: glad en helder of doorschijnend.
kijk hieronder voor de andere definities van Schittering en Schijnen
-
Schittering heb een zelfstandig naamwoord (ontelbaar):
Een intens, verblindend licht.
-
Schittering heb een zelfstandig naamwoord :
Opzichtige schittering; opzichtigheid.
-
Schittering heb een zelfstandig naamwoord :
Een boze of felle blik.
-
Schittering heb een zelfstandig naamwoord (telefonie):
Een oproepbotsing; de situatie waarin een inkomend gesprek tegelijk met een uitgaand gesprek plaatsvindt.
-
Schittering heb een zelfstandig naamwoord (ONS):
Een glad, helder, glasachtig oppervlak.
Voorbeelden:
'een glinstering van ijs'
-
Schittering heb een zelfstandig naamwoord :
Een stroperige, transparante substantie; eiwit.
-
Schittering heb een werkwoord (onovergankelijk):
Boos staren.
Voorbeelden:
'Hij kwam laat binnen, terwijl de leraar hem de hele tijd boos aankeek.'
-
Schittering heb een werkwoord (onovergankelijk):
Om helder te schijnen.
Voorbeelden:
'De zon scheen fel op het woestijnzand.'
-
Schittering heb een werkwoord :
Om helder en intens te zijn, of opzichtig schitterend.
-
Schittering heb een werkwoord (transitief):
Om uit te schieten of uit te zenden als een verblindend licht.
-
Schittering als een bijvoeglijk naamwoord (VS, van ijs):
glad en helder of doorschijnend; glorie
Voorbeelden:
'schaatsen op glanzend ijs'
-
Schijnen heb een werkwoord (onovergankelijk):
Licht geven.
-
Schijnen heb een werkwoord (onovergankelijk):
Om licht te reflecteren.
-
Schijnen heb een werkwoord (onovergankelijk):
Om zich te onderscheiden; om uit te blinken.
Voorbeelden:
'Mijn neef probeerde andere sporten voordat hij over voetbal koos, waar hij meteen naar uitblonk en al snel de ster van zijn schoolteam werd.'
-
Schijnen heb een werkwoord (onovergankelijk):
Om stralend te zijn in pracht of schoonheid.
-
Schijnen heb een werkwoord (onovergankelijk):
Om eminent, opvallend of voornaam te zijn; om briljante intellectuele vermogens te vertonen.
-
Schijnen heb een werkwoord (onovergankelijk):
Om meteen duidelijk te zijn.
-
Schijnen heb een werkwoord (transitief):
Om licht te creëren met (een zaklamp, lamp, zaklamp of iets dergelijks).
Voorbeelden:
'Ik scheen met mijn licht de duisternis in om te zien wat het geluid veroorzaakte.'
-
Schijnen heb een werkwoord (transitief):
Om te laten schijnen, als een licht.
-
Schijnen heb een werkwoord (VS, transitief):
Om helder te maken; laten schijnen door gereflecteerd licht.
Voorbeelden:
'bij de jacht, om' s nachts de ogen van een hert te laten schijnen door er een licht op te werpen '
'rfquotek Bartlett'
-
Schijnen heb een zelfstandig naamwoord :
Helderheid van een lichtbron.
-
Schijnen heb een zelfstandig naamwoord :
Helderheid van gereflecteerd licht.
-
Schijnen heb een zelfstandig naamwoord :
Uitmuntendheid in kwaliteit of uitstraling.
-
Schijnen heb een zelfstandig naamwoord :
Schoensmeer.
-
Schijnen heb een zelfstandig naamwoord :
Zonneschijn.
-
Schijnen heb een zelfstandig naamwoord (jargon):
Maneschijn.
-
Schijnen heb een zelfstandig naamwoord (krekel):
De hoeveelheid glans op een cricketbal of aan elke kant van de bal.
-
Schijnen heb een zelfstandig naamwoord (jargon):
Een voorliefde voor een persoon; een fantasie.
Voorbeelden:
'Ze heeft je zeker een glans gegeven.'
-
Schijnen heb een zelfstandig naamwoord (archaïsch, jargon):
Een kappertje; een antiek; een rij.
-
Schijnen heb een werkwoord (transitief):
Om (iets) te laten schijnen; glans op (iets); polijsten (iets).
Voorbeelden:
'Hij heeft mijn schoenen gepoetst tot ze glad en glanzend gepoetst waren.'
-
Schijnen heb een werkwoord (transitief, cricket):
Een cricketbal poetsen met speeksel en kleding.
Vergelijk woorden:
Zoek het verschilVergelijk met synoniemen en verwante woorden:
- straal versus glans
- gloed versus glans
- uitstralen vs glans
- straal versus glans
- flits versus glans
- schittering versus glans
- glinstering versus glans
- glans versus glans
- glans versus twinkeling
- glans versus glans
- glinstering versus glans
- glinsteren versus glans
- glitter versus glans
- weerspiegelen versus schitteren
- Excel vs glans
- glans versus was
- buff versus glans
- polijsten versus glans
- furbish vs glans
- polijsten versus glans
- uitstraling versus glans
- uitstraling versus glans
- straling versus glans
- refulgence versus glans
- refulgency versus glans
- glans versus glans
- schittering versus glans
- glans versus pracht
- polijsten versus glans
- glans versus glad
- glans versus verzachten