Het verschil tussen oma en oppas
Bij gebruik als zelfstandige naamwoorden , oma betekent een grootmoeder, terwijl oppas betekent een kinderverpleegster.
Bij gebruik als werkwoorden , oma betekent grootmoeder zijn, terwijl oppas betekent om als kindermeisje te dienen.
Oma is ook bijvoeglijk naamwoord met de betekenis: typisch of stereotiep ouderwets, vooral in kleding en accessoires gedragen door of geassocieerd met oudere vrouwen.
kijk hieronder voor de andere definities van Oma en Oppas
-
Oma heb een zelfstandig naamwoord (informeel):
Een grootmoeder.
Voorbeelden:
'Ik word oma.'
-
Oma heb een zelfstandig naamwoord (informeel, denigrerend):
Een oudere vrouw.
Voorbeelden:
'Er zijn hier te veel oma's die in de weg zitten.'
-
Oma heb een zelfstandig naamwoord (knopen):
NAAR .
-
Oma heb een zelfstandig naamwoord (landbouw, informeel):
Een oudere ooi die een lam bij zijn moeder kan lokken.
-
Oma als een bijvoeglijk naamwoord (informeel):
typisch of stereotiep ouderwets, vooral in kleding en accessoires gedragen door of geassocieerd met oudere vrouwen.
Voorbeelden:
'oma-jurk' '; 'oma-bril'
-
Oma heb een werkwoord (informeel, intransitief):
Om een grootmoeder te zijn.
-
Oma heb een werkwoord (informeel, intransitief):
Zich gedragen als een stereotiepe grootmoeder; ophef maken.
-
Oppas heb een zelfstandig naamwoord :
Een kinderverpleegster.
-
Oppas heb een zelfstandig naamwoord (informeel):
Een grootmoeder.
-
Oppas heb een zelfstandig naamwoord :
Een vrouwelijke geit.
-
Oppas heb een werkwoord (intransitief, transitief):
Om als oppas te dienen.
-
Oppas heb een werkwoord (transitief, pejoratief):
Om te behandelen als de kosten van een oppas; vertroetelen.
Vergelijk woorden:
Zoek het verschilVergelijk met synoniemen en verwante woorden:
- oma vs oma
- oma vs oma
- oma vs nan
- oma vs nanna
- oma versus oppas
- oma vs oude schat
- huismoeder versus oppas
- nanny vs nanny geit