Het verschil tussen ongemak en problemen
Bij gebruik als zelfstandige naamwoorden , ongemak betekent de kwaliteit van ongemakkelijk zijn, terwijl probleem betekent een verontrustende of gevaarlijke situatie.
Bij gebruik als werkwoorden , ongemak betekent lastig vallen, terwijl probleem betekent verstoren, roeren, roeren (een medium, vooral water).
kijk hieronder voor de andere definities van Ongemak en Probleem
-
Ongemak heb een zelfstandig naamwoord :
De kwaliteit van ongemakkelijk zijn.
-
Ongemak heb een zelfstandig naamwoord :
Iets dat niet handig is, iets dat stoort.
-
Ongemak heb een werkwoord :
lastig vallen; tot ongemak
-
Probleem heb een zelfstandig naamwoord :
Een schrijnende of gevaarlijke situatie.
Voorbeelden:
'Hij zat in de problemen toen de regen begon.'
-
Probleem heb een zelfstandig naamwoord :
Een moeilijkheid, probleem, toestand of handeling die tot een dergelijke situatie bijdraagt.
Voorbeelden:
'Het probleem was een lekkende remleiding. Het probleem met die suggestie is dat we de middelen missen om het in gang te zetten. De brugkolom vergroot het probleem met een lichte kanteling in de verkeerde richting. '
-
Probleem heb een zelfstandig naamwoord :
Een gewelddadige gebeurtenis of gebeurtenis.
Voorbeelden:
'de problemen in Noord-Ierland'
-
Probleem heb een zelfstandig naamwoord :
Ondernomen of bestede inspanningen, die doorgaans verder gaan dan normaal vereist.
Voorbeelden:
'Het kost me geen moeite om het te bewerken.'
-
Probleem heb een zelfstandig naamwoord :
Een storing.
Voorbeelden:
'Hij heeft met een hartkwaal in het ziekenhuis gelegen. Mijn oude auto heeft motorpech. '
-
Probleem heb een zelfstandig naamwoord :
Aansprakelijkheid voor straf; conflict met autoriteit.
Voorbeelden:
'Hij had problemen met de wet.'
-
Probleem heb een zelfstandig naamwoord (mijnbouw):
Een fout of onderbreking in een laag.
-
Probleem heb een werkwoord (transitief, nu, zeldzaam):
Storen, roeren, roeren (een medium, vooral water).
-
Probleem heb een werkwoord (transitief):
Geestelijk leed; ervoor zorgen dat (iemand) angstig of perplex wordt.
Voorbeelden:
'Wat ze zei over narcisme, baart me zorgen.'
-
Probleem heb een werkwoord (transitief):
In zwakkere zin: hinder of ongemak.
Voorbeelden:
'Ik zal je niet lastig vallen om de brief te bezorgen.'
-
Probleem heb een werkwoord (reflexief of intransitief):
Om pijn te doen, doe iets.
Voorbeelden:
'Ik zal vandaag geen moeite doen om de brief te posten; Ik kan het morgen doen. '
-
Probleem heb een werkwoord (onovergankelijk):
Zich zorgen maken; angstig zijn.
Vergelijk woorden:
Zoek het verschilVergelijk met synoniemen en verwante woorden:
- ergernis versus ongemak
- ongemak versus overlast
- ongemak versus problemen
- ongemak versus ongemak