Het verschil tussen Instituut en Universiteit
Bij gebruik als zelfstandige naamwoorden , instituut betekent een organisatie die is opgericht om een doel te promoten, terwijl Universiteit betekent instelling voor hoger onderwijs (die doorgaans studenten vanaf ongeveer 17 of 18 jaar accepteert, afhankelijk van het land, maar in sommige uitzonderlijke gevallen ook jongere studenten kan opnemen) waar onderwerpen worden bestudeerd en onderzocht en waar graden worden aangeboden.
Instituut is ook werkwoord met de betekenis: beginnen of initiëren (iets).
Instituut is ook bijvoeglijk naamwoord met de betekenis: gevestigd.
kijk hieronder voor de andere definities van Instituut en Universiteit
-
Instituut heb een zelfstandig naamwoord :
Een organisatie die is opgericht om een goed doel te promoten
Voorbeelden:
'Ik werk in een medisch onderzoeksinstituut.'
-
Instituut heb een zelfstandig naamwoord :
Een instelling om te leren; een college, vooral voor technische vakken
-
Instituut heb een zelfstandig naamwoord :
Het gebouw dat zo'n instelling huisvest
-
Instituut heb een zelfstandig naamwoord (verouderd):
De handeling van het instellen; instelling.
-
Instituut heb een zelfstandig naamwoord (verouderd):
Dat wat is ingesteld, gevestigd of vastgelegd, zoals een wet, gewoonte of gewoonte.
-
Instituut heb een zelfstandig naamwoord (juridisch, Schotland):
De persoon aan wie voor het eerst een nalatenschap wordt gegeven door bestemming of beperking.
Voorbeelden:
'rfquotek Tomlins'
-
Instituut heb een werkwoord (transitief):
Om (iets) te beginnen of te initiëren; te vinden.
Voorbeelden:
'Hij stelde het nieuwe beleid in om kinderen door een metaaldetector te laten lopen om naar school te gaan.'
-
Instituut heb een werkwoord (verouderd, transitief):
Om te trainen, instrueren.
-
Instituut heb een werkwoord :
Nomineren; benoemen.
-
Instituut heb een werkwoord (kerkelijk, juridisch):
Om te investeren met de spirituele lading van een benefice, of de zorg voor zielen.
Voorbeelden:
'rfquotek Blackstone'
-
Instituut als een bijvoeglijk naamwoord (verouderd):
Gevestigd; georganiseerd; Gesticht.
-
Universiteit heb een zelfstandig naamwoord :
Instelling voor hoger onderwijs (die doorgaans studenten accepteert vanaf ongeveer 17 of 18 jaar, afhankelijk van het land, maar in sommige uitzonderlijke gevallen geschikt voor jongere studenten) waar vakken worden bestudeerd en onderzocht en waar graden worden aangeboden.
Voorbeelden:
'De enige reden waarom ik niet naar de universiteit ben gegaan, is omdat ik het niet kan betalen.'
Vergelijk woorden:
Zoek het verschilVergelijk met synoniemen en verwante woorden:
- academie versus universiteit
- hogeschool versus universiteit
- instituut versus universiteit
- uni vs universiteit
- universiteit versus varsity
- school versus universiteit
- instelling versus universiteit