Het verschil tussen Lone en Sole
Bij gebruik als adjectieven , eenzaam betekent eenzaam, terwijl zool betekent alleen.
Zool is ook zelfstandig naamwoord met de betekenis: een houten band of juk om de nek van een os of koe in de stal.
Zool is ook werkwoord met de betekenis: aan de oren trekken.
kijk hieronder voor de andere definities van Eenzaam en Zool
-
Eenzaam als een bijvoeglijk naamwoord :
Eenzaam; geen metgezel hebben.
Voorbeelden:
'een eenzame reiziger of toeschouwer'
-
Eenzaam als een bijvoeglijk naamwoord :
Afgelegen of eenzaam; gebrek aan gezelschap.
-
Eenzaam als een bijvoeglijk naamwoord :
Zool; zijnde de enige van een type.
-
Eenzaam als een bijvoeglijk naamwoord :
Alleen of alleen gelegen, zonder buren.
Voorbeelden:
'een eenzaam huis; & emsp; een eenzaam eiland '
-
Eenzaam als een bijvoeglijk naamwoord (archaïsch):
Onbezocht door mensen; eenzaam.
-
Eenzaam als een bijvoeglijk naamwoord (archaïsch):
Single; ongehuwd of op weduwschap.
-
Zool heb een zelfstandig naamwoord (dialectisch of verouderd):
Een houten band of juk om de nek van een os of koe in de stal.
-
Zool heb een zelfstandig naamwoord (dialectisch, Noord-Engeland):
Een vijver of zwembad; een vuile vijver met stilstaand water.
-
Zool heb een werkwoord (transitief, VK, _, dialectisch):
Om aan de oren te trekken; trekken; trekken; lug.
-
Zool als een bijvoeglijk naamwoord :
enkel en alleen
-
Zool als een bijvoeglijk naamwoord (legaal):
ongehuwd (vooral van een vrouw); weduwe.
-
Zool heb een zelfstandig naamwoord (anatomie):
Het onderste of plantaire oppervlak van de voet.
-
Zool heb een zelfstandig naamwoord (schoenen):
De onderkant van een schoen of laars.
-
Zool heb een zelfstandig naamwoord (verouderd):
De voet zelf.
-
Zool heb een zelfstandig naamwoord :
Solea solea, een platvis uit de familie Soleidae.
-
Zool heb een zelfstandig naamwoord (leger):
Het onderste of onderste deel van iets, of dat waar iets op rust. De onderkant van het lichaam van een ploeg; de slade. De onderkant van een groef. Het eindgedeelte van de chanter van een set doedelzakken. De geile substantie onder de paardenvoet, die de zachtere delen beschermt. De onderkant van een schietgaten. Een stuk hout bevestigd aan het onderste deel van het roer, om het gelijk te maken met de valse kiel.
Voorbeelden:
'rfquotek Totten'
-
Zool heb een zelfstandig naamwoord (mijnbouw):
De zetel of bodem van een mijn; toegepast op horizontale aders of lodes.
-
Zool heb een werkwoord (transitief):
een zool aantrekken (een schoen of laars)
Vergelijk woorden:
Zoek het verschilVergelijk met synoniemen en verwante woorden:
- alleen versus enige
- plant versus tong