Het verschil tussen microscopisch en klein
Bij gebruik als adjectieven , microscopisch middelen van of met betrekking tot microscopen of microscopie, terwijl klein betekent niet groot of groot.
Klein is ook zelfstandig naamwoord met de betekenis: elk deel van iets dat kleiner of slanker is dan de rest, nu meestal met anatomische verwijzing naar de rug.
Klein is ook bijwoord met de betekenis: op een kleine manier.
Klein is ook werkwoord met de betekenis: weinig of minder maken.
kijk hieronder voor de andere definities van Microscopisch en Klein
-
Microscopisch als een bijvoeglijk naamwoord :
Van of met betrekking tot microscopen of microscopie; microscopisch
Voorbeelden:
'Wij leveren alle microscopisch kleine vlekken en andere materialen.'
-
Microscopisch als een bijvoeglijk naamwoord :
Zo klein dat het alleen met een microscoop te zien is.
Voorbeelden:
'Het water zat vol microscopisch kleine organismen.'
-
Microscopisch als een bijvoeglijk naamwoord :
Heel klein; minuut
Voorbeelden:
'Vergeleken met de melkweg zijn we microscopisch klein.'
-
Microscopisch als een bijvoeglijk naamwoord :
Uitgevoerd met veel aandacht voor detail.
Voorbeelden:
'De politie heeft de plaats delict microscopisch doorzocht.'
-
Microscopisch als een bijvoeglijk naamwoord :
In staat om extreem kleine objecten te zien.
Voorbeelden:
'Waarom heeft de mens geen microscopisch oog?' '- Alexander Pope.'
-
Klein als een bijvoeglijk naamwoord :
Niet groot of groot; onbelangrijk; weinigen in aantal.
Voorbeelden:
'Een kleine portie ijs.'
'Een kleine groep.'
'Hij liet ons allemaal klein voelen.'
-
Klein als een bijvoeglijk naamwoord (figuurlijk):
Jong, als kind.
Voorbeelden:
'Weet je nog dat de kinderen klein waren?'
-
Klein als een bijvoeglijk naamwoord (schrijven, onvergelijkbaar):
Minuscuul of kleine letters, verwijzend naar geschreven letters.
-
Klein als een bijvoeglijk naamwoord :
Overtuigend weinig waarde of bekwaamheid; niet ruimdenkend; armzalig; gemeen.
-
Klein als een bijvoeglijk naamwoord :
Niet verlengd in duur; niet in de tijd verlengd; kort.
Voorbeelden:
'een kleine tijd'
-
Klein als een bijwoord :
Op een kleine manier.
-
Klein als een bijwoord :
In of in kleine stukjes.
-
Klein als een bijwoord (verouderd):
Tot op zekere hoogte.
-
Klein heb een zelfstandig naamwoord (bijzonder):
Elk deel van iets dat kleiner of slanker is dan de rest, nu meestal met anatomische verwijzing naar de rug.
-
Klein heb een werkwoord (verouderd, transitief):
Om weinig of minder te maken.
-
Klein heb een werkwoord (onovergankelijk):
Om klein te worden; afnemen.
Vergelijk woorden:
Zoek het verschilVergelijk met synoniemen en verwante woorden:
- klein versus klein
- microscopisch versus klein
- minuscuul versus klein
- minuut versus klein
- klein versus klein
- kapitaal versus klein
- groot versus klein
- genereus versus klein
- groot versus klein
- klein versus klein
- klein versus klein
- klein versus jong
- volwassen versus klein
- volwassen versus klein
- oud versus klein
- kleine letters versus klein
- minuscuul versus klein
- groot versus klein
- kapitaal versus klein
- majuscule versus klein
- kleine versus hoofdletters