Het verschil tussen stapelen en stapelen
Bij gebruik als werkwoorden , stapel betekent om te leggen of te gooien op een stapel of hoop, terwijl opstapelen middelen om een stapel, stapel of hoop te vormen.
Stapel is ook zelfstandig naamwoord met de betekenis: een massa dingen op elkaar gestapeld.
kijk hieronder voor de andere definities van Stapel en Opstapelen
-
Stapel heb een zelfstandig naamwoord :
Een massa dingen opeengestapeld; een hoop.
-
Stapel heb een zelfstandig naamwoord (figuurlijk, informeel):
Een groep of lijst met gerelateerde items die ter overweging moeten worden genomen, vooral in een soort selectieproces.
Voorbeelden:
'Toen we op zoek waren naar een nieuwe huisgenoot, hebben we de leuke vrouw op de' misschien'-stapel gezet en de vervelende man op de 'nee'-stapel.'
-
Stapel heb een zelfstandig naamwoord :
Een massa gevormd in lagen.
Voorbeelden:
'een stapel schot'
-
Stapel heb een zelfstandig naamwoord :
Een begrafenisstapel; een brandstapel.
Voorbeelden:
'rfquotek Dryden'
-
Stapel heb een zelfstandig naamwoord :
Een groot gebouw of een massa gebouwen.
-
Stapel heb een zelfstandig naamwoord :
Een bundel stukken smeedijzer die tot staven of andere vormen moeten worden verwerkt door te rollen of te hameren bij een laswarmte; een flikker.
-
Stapel heb een zelfstandig naamwoord :
Een verticale reeks van afwisselende schijven van twee ongelijke metalen (vooral koper en zink), met daartussen schijven van stof of papier bevochtigd met zuur water, voor het opwekken van elektriciteit; een voltaïsche paal of galvanische paal.
-
Stapel heb een zelfstandig naamwoord :
Een atomaire stapel; een vroege vorm van kernreactor.
-
Stapel heb een zelfstandig naamwoord (verouderd):
Het omgekeerde (of de munt) van een munt.
-
Stapel heb een zelfstandig naamwoord (figuurlijk):
Een lijst of competitie
-
Stapel heb een werkwoord (transitief, vaak gebruikt met het voorzetsel 'up'):
Om op een stapel of hoop te leggen of te gooien; ophopen; verzamelen tot een massa; accumuleren
Voorbeelden:
'Ze stapelden hout op de kruiwagen.'
-
Stapel heb een werkwoord (transitief):
Om met hopen te bedekken; of in grote hoeveelheden; vullen of overvullen; Laden.
Voorbeelden:
'We hebben de kameel opgestapeld met onze ladingen.'
-
Stapel heb een werkwoord (transitief):
Om iets toe te voegen aan een groot aantal.
-
Stapel heb een werkwoord (transitief):
(van voertuigen) Om een overval te creëren.
-
Stapel heb een werkwoord (transitief, militair):
Om (geweren, musketten, etc.) bij elkaar te plaatsen in drieën zodat ze rechtop kunnen staan en elkaar ondersteunen.
-
Stapel heb een zelfstandig naamwoord (verouderd):
Een pijl; een pijl.
-
Stapel heb een zelfstandig naamwoord :
De kop van een pijl of speer.
-
Stapel heb een zelfstandig naamwoord :
Een grote paal of stuk puntig hout, staal enz., In de aarde of zeebodem gedreven ter ondersteuning van een gebouw, een pier of andere bovenbouw, of om een kofferdam te vormen, enz.
-
Stapel heb een zelfstandig naamwoord (heraldische lading):
Een van de ordinaries of ondergeschikten heeft de vorm van een wig, meestal palig geplaatst, met het breedste uiteinde naar boven.
-
Stapel heb een werkwoord (transitief):
Om stapels in te slaan; vullen met stapels; te versterken met palen.
-
Stapel heb een zelfstandig naamwoord (meestal in meervoud):
Een aambei.
-
Stapel heb een zelfstandig naamwoord :
Haar, vooral als het erg fijn of kort is; de fijne ondervacht van bepaalde dieren. (Vroeger telbaar, nu behandeld als een collectief enkelvoud.)
-
Stapel heb een zelfstandig naamwoord :
De verhoogde haren, lussen of strengen van een stof; het dutje van een doek.
-
Opstapelen heb een werkwoord (transitief):
Om een stapel, stapel of hoop te vormen.
Voorbeelden:
'De kinderen stapelden hun laarzen en jassen bij de achterdeur op.'
-
Opstapelen heb een werkwoord (idiomatisch, intransitief):
Verzamelen of accumuleren, als een achterstand.
Voorbeelden:
'De verzoeken stapelden zich op terwijl ze weg was.'
Vergelijk woorden:
Zoek het verschilVergelijk met synoniemen en verwante woorden:
- hoop versus stapel
- stapel versus opstapelen
- ophopen versus opstapelen
- hoofd omhoog versus opstapelen