Het verschil tussen gezegde en zaag
Bij gebruik als zelfstandige naamwoorden , spreekwoord betekent een zin die een fundamentele waarheid uitdrukt die kan worden toegepast op veel voorkomende situaties, terwijl zag betekent een gereedschap met een getand mes dat wordt gebruikt voor het zagen van harde stoffen, in het bijzonder hout of metaal.
Bij gebruik als werkwoorden , spreekwoord betekent om spreekwoorden te schrijven of uit te spreken, terwijl zag betekent (iets) zagen met een zaag.
Zag is ook tussenwerpsel met de betekenis: wat is er aan de hand (als begroeting of als echte vraag).
kijk hieronder voor de andere definities van Spreekwoord en Zag
-
Spreekwoord heb een zelfstandig naamwoord :
Een uitdrukking die een fundamentele waarheid uitdrukt die op veel voorkomende situaties kan worden toegepast.
-
Spreekwoord heb een zelfstandig naamwoord :
Een opvallende of paradoxale bewering; een obscuur gezegde; een raadsel; een gelijkenis.
-
Spreekwoord heb een zelfstandig naamwoord :
Een bekende illustratie; een onderwerp van minachtende verwijzing.
-
Spreekwoord heb een zelfstandig naamwoord :
Een drama dat een spreekwoord illustreert.
-
Spreekwoord heb een werkwoord :
Om spreekwoorden te schrijven of uit te spreken.
-
Spreekwoord heb een werkwoord :
Om in, of als, een spreekwoord te noemen.
-
Spreekwoord heb een werkwoord :
Om te voorzien van een spreekwoord.
-
Zag heb een zelfstandig naamwoord :
Een gereedschap met een getand mes dat wordt gebruikt voor het zagen van harde stoffen, in het bijzonder hout of metaal
-
Zag heb een zelfstandig naamwoord :
Een muzikale zaag.
-
Zag heb een zelfstandig naamwoord :
Een zaagtandgolf.
-
Zag heb een werkwoord (transitief):
Om (iets) te zagen met een zaag.
Voorbeelden:
'RQ: Authorized Version Hebreeën 11 37'
'Ze werden gestenigd, ze werden in stukken gezaagd, ze werden verzocht, werden met het zwaard gedood: ze zwierven rond in schapenvachten en geitenvellen; berooid, gekweld, gekweld zijn; '
-
Zag heb een werkwoord (onovergankelijk):
Om een beweging heen en weer te maken, vergelijkbaar met iets zagen met een zaag.
Voorbeelden:
'De violist zaagde weg naar zijn instrument.'
-
Zag heb een werkwoord (onovergankelijk):
Te zagen met een zaag.
Voorbeelden:
'Het hout zaagt soepel.'
-
Zag heb een werkwoord (transitief):
Om (iets) te vormen of te produceren door met een zaag te zagen.
Voorbeelden:
'om planken of planken te zagen (d.w.z. om boomstammen of hout in planken of planken te zagen)'
'om gordelroos te zien; om een paneel uit te zagen '
-
Zag heb een zelfstandig naamwoord (verouderd):
Iets gesproken; spraak, discours.
-
Zag heb een zelfstandig naamwoord :
(vaak oude zaag) Een gezegde of gezegde.
-
Zag heb een zelfstandig naamwoord (verouderd):
Mening, idee, overtuiging; door uw ~, naar uw mening; commune ~, gemeenschappelijke mening; algemene kennis; op geen ~, in geen geval.
-
Zag heb een zelfstandig naamwoord (verouderd):
Voorstel, suggestie; mogelijkheid.
-
Zag heb een zelfstandig naamwoord (verouderd):
Dicteren; opdracht; besluit.
-
Zag heb een werkwoord :
Vergelijk woorden:
Zoek het verschilVergelijk met synoniemen en verwante woorden:
- adagium versus spreekwoord
- apothegm vs spreekwoord
- bijwoord versus spreekwoord
- stelregel versus spreekwoord
- paroemia vs spreekwoord
- spreekwoord vs zag
- spreekwoord versus gezegde
- spreekwoord versus de zin van