Het verschil tussen achterkant en achterkant
Bij gebruik als zelfstandige naamwoorden , achter betekent het achterste of achterste deel, terwijl achtereind betekent de achterkant of het achterste deel van iets, zoals een auto.
Achter is ook bijwoord met de betekenis: vroeg.
Achter is ook werkwoord met de betekenis: volwassen worden, als nageslacht.
Achter is ook bijvoeglijk naamwoord met de betekenis: kortgebakken.
kijk hieronder voor de andere definities van Achter en Achtereind
-
Achter heb een werkwoord (transitief):
Om volwassen te worden, als nakomelingen; onderwijzen; instrueren; te bevorderen.
-
Achter heb een werkwoord (transitief, gezegd van mensen naar dieren):
Om te fokken en groot te brengen.
Voorbeelden:
'usex De familie fokt al 200 jaar vee.'
-
Achter heb een werkwoord (onovergankelijk):
Om op de achterpoten op te staan
Voorbeelden:
'usex Het paard schrok, en dus grootgebracht.'
-
Achter heb een werkwoord (onovergankelijk, meestal met 'up'):
Boos worden.
-
Achter heb een werkwoord (onovergankelijk):
Om hoog boven te stijgen, toren erboven.
-
Achter heb een werkwoord (transitief, literair):
Om fysiek of metaforisch te verhogen; optillen; veroorzaken te stijgen, te verheffen.
Voorbeelden:
'Armoede stak zijn lelijke kop op.' 'Glans verscheen, begon effect te krijgen'
'Het monster stak langzaam zijn kop op.'
-
Achter heb een werkwoord (transitief, zeldzaam):
Te bouwen door te bouwen; opzetten
Voorbeelden:
'om verdedigingswerken of huizen te herstellen'
'om de ene regering op de ruïnes van een andere te vestigen.'
-
Achter heb een werkwoord (transitief, zeldzaam):
Om geestelijk te verhogen; optillen; om moreel te verheffen.
-
Achter heb een werkwoord (transitief, verouderd):
Om op te tillen en op te nemen.
-
Achter heb een werkwoord (transitief, verouderd):
Opwekken; strippen.
-
Achter heb een werkwoord (transitief):
Bewegen; roeren.
-
Achter heb een werkwoord (transitief, van ganzen):
Kerven.
Voorbeelden:
'Hier is die gans!'
-
Achter heb een werkwoord (regionaal, verouderd):
Herleven, tot leven brengen, versnellen. (alleen in de zin, tot leven komen)
Voorbeelden:
'Hij geneest de blinden en hij voedt de doden op. (Speculum Sacerdotale c. 15e eeuw) '
-
Achter als een bijvoeglijk naamwoord (nu, _, voornamelijk, _, dialectisch):
Underdone; bijna rauw.
-
Achter als een bijvoeglijk naamwoord (voornamelijk, _, VS):
Bijzonder.
-
Achter als een bijvoeglijk naamwoord :
Achter of in het achterste deel zijn; achterste
Voorbeelden:
'usex the rear' 'rank van een bedrijf'
'usex achterin zitten' 'autostoelen'
-
Achter als een bijwoord (Brits, dialect):
vroeg; spoedig
-
Achter heb een zelfstandig naamwoord :
Het achterste of achterste deel; dat wat achter of als laatste op bestelling is; - in tegenstelling tot front.
-
Achter heb een zelfstandig naamwoord (leger):
Specifiek het deel van een leger of vloot dat als laatste komt, of achter de rest is gestationeerd.
-
Achter heb een zelfstandig naamwoord (anatomie):
De billen, de billen van een wezen
-
Achter heb een werkwoord :
Te plaatsen achterin; om de achterkant van te bevestigen.
-
Achter heb een werkwoord (transitief, vulgair, Brits):
Om te sodomiseren
-
Achtereind heb een zelfstandig naamwoord :
De achterkant of het achterste deel van iets, zoals een auto.
-
Achtereind heb een zelfstandig naamwoord (jargon):
De billen.
Vergelijk woorden:
Zoek het verschilVergelijk met synoniemen en verwante woorden:
- steigeren vs achterzijde
- voor vs achter
- achterkant vs achterkant