Het verschil tussen Tear en Tear out
Bij gebruik als werkwoorden , scheur middelen om (een vast materiaal) te verscheuren door op twee plaatsen vast te houden of vast te houden en uit elkaar te trekken, al dan niet opzettelijk, terwijl uitscheuren middelen om te verwijderen door te scheuren.
Scheur is ook zelfstandig naamwoord met de betekenis: een gat of breuk veroorzaakt door scheuren.
kijk hieronder voor de andere definities van Scheur en Uitscheuren
-
Scheur heb een werkwoord (transitief):
Scheuren (een vast materiaal) door op twee plaatsen vast te houden of vast te houden en uit elkaar te trekken, al dan niet opzettelijk; te vernietigen of te scheiden.
Voorbeelden:
'Hij scheurde zijn jas aan de [[nagel]].'
-
Scheur heb een werkwoord (transitief):
Om te verwonden alsof door uit elkaar te trekken.
Voorbeelden:
'Hij heeft een gescheurd ligament.'
'Hij heeft wat spieren gescheurd bij een ongeluk met gewichtheffen.'
-
Scheur heb een werkwoord (transitief):
Om abstracte eenheid of samenhang, zoals sociaal, politiek of emotioneel, te vernietigen of te verminderen.
Voorbeelden:
'Hij werd verscheurd door tegenstrijdige emoties.'
-
Scheur heb een werkwoord (transitief):
Met kracht of energie (een opening) maken.
Voorbeelden:
'Een stuk puin scheurde een klein recht kanaal door de satelliet.'
'Zijn baas zal hem een nieuwe scheuren als hij erachter komt.'
'De artillerie heeft een gat in de linie gescheurd.'
-
Scheur heb een werkwoord (transitief, vaak, met '' uit '', of '' uit ''):
Te verwijderen door te scheuren.
Voorbeelden:
`` Scheur de bon uit de krant. ''
-
Scheur heb een werkwoord (transitief, van structuren, met '' omlaag ''):
Slopen
Voorbeelden:
'De sloppenwijken zijn afgebroken om plaats te maken voor de nieuwe ontwikkeling.'
-
Scheur heb een werkwoord (onovergankelijk):
Om gescheurd te worden, vooral per ongeluk.
Voorbeelden:
'Mijn jurk is gescheurd.'
-
Scheur heb een werkwoord (onovergankelijk):
Om te bewegen of te handelen met grote snelheid, energie of geweld.
Voorbeelden:
'Hij ging met 90 mijl per uur de heuvel af.'
'De tornado bleef hangen, scheurde door de stad en liet niets overeind.'
'Hij verscheurde de achterstand met klachten.'
-
Scheur heb een werkwoord (onovergankelijk):
Iets met grote kracht inslaan of binnendringen.
Voorbeelden:
'Het kettingschot scheurde in de naderende infanterielijn.'
-
Scheur heb een zelfstandig naamwoord :
Een gat of breuk veroorzaakt door scheuren.
Voorbeelden:
'Een klein scheurtje is gemakkelijk te herstellen, als het op de naad zit.'
-
Scheur heb een zelfstandig naamwoord (jargon):
Een razernij.
Voorbeelden:
'op een traan gaan'
-
Scheur heb een zelfstandig naamwoord :
Een druppel heldere, zoute vloeistof die uit de ogen wordt geproduceerd door huilen of irritatie.
Voorbeelden:
'Er rolden grote tranen over Lisa's wangen.'
'Ryan veegde de traan van het papier waarop hij huilde.'
-
Scheur heb een zelfstandig naamwoord :
Iets in de vorm van een doorzichtige druppel vloeibare materie; ook een stevige, transparante, traanvormige druppel, zoals van sommige balsems of harsen.
-
Scheur heb een zelfstandig naamwoord (glasproductie):
Een gedeeltelijk verglaasd stukje klei in glas.
-
Scheur heb een zelfstandig naamwoord :
Dat wat tranen veroorzaakt of begeleidt; een klaagzang; een klaagzang.
-
Scheur heb een werkwoord (onovergankelijk):
Om tranen te produceren.
Voorbeelden:
'Haar ogen begonnen te tranen in de harde wind.'
-
Uitscheuren heb een werkwoord :
Te verwijderen door te scheuren.
Voorbeelden:
'We hebben de oude vloerbedekking eruit gehaald om de houten vloer eronder te laten zien.'
Vergelijk woorden:
Zoek het verschilVergelijk met synoniemen en verwante woorden:
- afscheuren vs afscheuren
- scheur versus uitscheuren
- rend vs traan
- scheuren versus scheuren