Het verschil tussen Crowd en Throng
Bij gebruik als zelfstandige naamwoorden , menigte betekent een groep mensen die zonder orde is samengekomen of verzameld in een hecht lichaam, terwijl menigte betekent een groep mensen dicht opeengepakt of dicht bij elkaar.
Bij gebruik als werkwoorden , menigte betekent om vooruit te gaan, terwijl menigte betekent om een plaats binnen te dringen, vooral om die te vullen.
Menigte is ook bijvoeglijk naamwoord met de betekenis: gevuld met personen of objecten.
kijk hieronder voor de andere definities van Menigte en Menigte
-
Menigte heb een werkwoord (onovergankelijk):
Om vooruit te gaan; vooruit te gaan door op te drukken.
Voorbeelden:
'De man dromde de volle kamer binnen.'
-
Menigte heb een werkwoord (onovergankelijk):
Om samen te drukken of te verzamelen in cijfers
Voorbeelden:
'Ze drongen door de poort het park binnen.'
'synoniemen: zwerm menigte in'
-
Menigte heb een werkwoord (transitief):
Om samen te drukken of te rijden, vooral in een kleine ruimte; proppen.
Voorbeelden:
'Hij probeerde te veel koeien in de koeienstal te duwen.'
-
Menigte heb een werkwoord (transitief):
Om te vullen door samen te drukken of te verdringen
-
Menigte heb een werkwoord (transitief, vaak gebruikt met 'uit' of 'uit'):
Om te duwen, te drukken, te duwen.
Voorbeelden:
'Ze probeerden haar van het trottoir te verdringen.'
-
Menigte heb een werkwoord (nautisch):
Om een ander schip te dicht te naderen als het voorrang heeft.
-
Menigte heb een werkwoord (nautisch, van een vierkant getuigd schip, transitief):
Om overtollig zeil te dragen in de hoop sneller te bewegen.
-
Menigte heb een werkwoord (transitief):
Om op verzoek te drukken; aandringen; naar dun; vandaar, onbeleefd of onredelijk te behandelen.
-
Menigte heb een zelfstandig naamwoord :
Een groep mensen kwam zonder orde samen of verzamelde zich in een hecht lichaam.
Voorbeelden:
'Nadat de film was uitgekomen, drong een menigte mensen door de uitgangsdeuren.'
-
Menigte heb een zelfstandig naamwoord :
Verschillende dingen verzameld of dicht bij elkaar gedrukt; ook sommige dingen grenzen aan elkaar.
Voorbeelden:
'Er was een massa speelgoed onder de bank geduwd waar de kinderen aan het spelen waren.'
-
Menigte heb een zelfstandig naamwoord (met bepaald lidwoord):
De zogenaamde lagere orden van mensen; de bevolking, vulgair.
-
Menigte heb een zelfstandig naamwoord :
Een groep mensen verenigd of in ieder geval gekenmerkt door een gemeenschappelijk belang.
Voorbeelden:
'De fans van die obscure auteur waren een nerdachtig publiek dat voor het internettijdperk nauwelijks contact had.'
-
Menigte heb een zelfstandig naamwoord (verouderd):
-
Menigte heb een zelfstandig naamwoord :
Een viool.
-
Menigte heb een werkwoord (verouderd, intransitief):
Om op een menigte te spelen; friemelen.
-
Menigte heb een zelfstandig naamwoord :
Een groep mensen verdrongen of dicht bij elkaar; een massa.
-
Menigte heb een zelfstandig naamwoord :
Een groep dingen; een gastheer of zwerm.
-
Menigte heb een werkwoord (transitief):
Om een plek binnen te dringen, vooral om hem te vullen.
-
Menigte heb een werkwoord (onovergankelijk):
Om samen te komen.
-
Menigte heb een werkwoord (transitief):
Om als personen te verdringen of te persen; om een menigte levende wezens te onderdrukken of te ergeren.
-
Menigte als een bijvoeglijk naamwoord (Schotland, Noord-Engeland, dialect):
Gevuld met personen of voorwerpen; druk.
Vergelijk woorden:
Zoek het verschilVergelijk met synoniemen en verwante woorden:
- aggregatie versus menigte
- cluster versus menigte
- menigte versus groep
- menigte versus massa
- publiek versus menigte
- menigte versus groep
- menigte versus veelheid
- menigte versus publiek
- menigte versus zwerm
- menigte versus menigte
- menigte versus iedereen
- menigte versus algemeen publiek
- menigte versus massa
- menigte versus gepeupel
- menigte versus menigte
- menigte versus ongewassen