Het verschil tussen zicht en zicht
Bij gebruik als zelfstandige naamwoorden , zicht betekent het vermogen om te zien, terwijl visie betekent het gevoel of het vermogen om te zien.
Bij gebruik als werkwoorden , zicht middelen om visueel te registreren, terwijl visie betekent iets voorstellen alsof het waar is.
kijk hieronder voor de andere definities van Zicht en Visie
-
Zicht heb een zelfstandig naamwoord (in het enkelvoud):
Het vermogen om te zien.
Voorbeelden:
'Hij verliest zijn gezichtsvermogen en kan nu amper lezen.'
-
Zicht heb een zelfstandig naamwoord :
De handeling van het zien; perceptie van objecten door het oog; visie.
Voorbeelden:
'land in het oog krijgen'
-
Zicht heb een zelfstandig naamwoord :
Iets gezien.
-
Zicht heb een zelfstandig naamwoord :
Iets dat het bekijken waard is; een spektakel, goed of slecht.
Voorbeelden:
'We gingen naar Londen en zagen alle bezienswaardigheden - Buckingham Palace, Tower Bridge, enzovoort.'
'Je ziet er echt prachtig uit in dat belachelijke kostuum!'
-
Zicht heb een zelfstandig naamwoord :
Een apparaat dat wordt gebruikt bij het richten van een projectiel, waardoor de persoon die richt naar het beoogde doelwit kijkt.
-
Zicht heb een zelfstandig naamwoord :
Een kleine opening waardoor objecten kunnen worden gezien en waardoor hun richting wordt bepaald of vastgesteld.
Voorbeelden:
'de aanblik van een kwadrant'
-
Zicht heb een zelfstandig naamwoord (nu, _, informeel):
heel veel, heel veel; .
Voorbeelden:
'geld zien'
'Dit is een verdomd gezicht, beter dan wat ik thuis gewend ben!'
-
Zicht heb een zelfstandig naamwoord :
In een tekening, foto, etc., dat deel van het oppervlak, zoals van papier of canvas, dat zich binnen het kader of de rand of marge bevindt. In een lijst, de open ruimte, de opening.
-
Zicht heb een zelfstandig naamwoord (verouderd):
Het instrument om te zien; het oog.
-
Zicht heb een zelfstandig naamwoord :
Mentale kijk; mening; oordeel.
Voorbeelden:
'In hun ogen was het ongevaarlijk.'
'rfquotek Wake'
-
Zicht heb een werkwoord (transitief):
Visueel registreren.
-
Zicht heb een werkwoord (transitief):
Om (iets) te zien.
Voorbeelden:
'land zien vanaf een schip'
-
Zicht heb een werkwoord (transitief):
Om bezienswaardigheden toe te passen op; om de bezienswaardigheden aan te passen van; ook om de juiste hoogte en richting te geven door middel van een vizier.
Voorbeelden:
'een geweer of een kanon zien'
-
Zicht heb een werkwoord (transitief):
Richten op.
-
Visie heb een zelfstandig naamwoord (ontelbaar):
Het gevoel of vermogen van zien.
-
Visie heb een zelfstandig naamwoord (telbaar):
Iets gezien; een object dat visueel wordt waargenomen.
-
Visie heb een zelfstandig naamwoord (telbaar):
Iets denkbeeldigs dat men denkt te zien.
Voorbeelden:
'Hij probeerde te drinken uit de plas water, maar besefte dat het maar een visioen was.'
-
Visie heb een zelfstandig naamwoord (telbaar, bij uitbreiding):
Iets onwerkelijks of denkbeeldigs; een creatie van fantasie.
-
Visie heb een zelfstandig naamwoord (telbaar):
Een ideaal of een doel waarnaar men streeft.
Voorbeelden:
'Hij werkte onvermoeibaar aan zijn visie op wereldvrede.'
-
Visie heb een zelfstandig naamwoord (telbaar):
Een religieuze of mystieke ervaring met een bovennatuurlijke uitstraling.
Voorbeelden:
'Hij had een visioen van de Maagd Maria.'
-
Visie heb een zelfstandig naamwoord (telbaar):
Een persoon of ding van buitengewone schoonheid.
-
Visie heb een zelfstandig naamwoord (ontelbaar):
Vooraf opgenomen film of band; beeldmateriaal.
-
Visie heb een werkwoord (transitief):
Iets voorstellen alsof het waar is.
-
Visie heb een werkwoord (transitief):
Om te voorzien van een visie.
Vergelijk woorden:
Zoek het verschilVergelijk met synoniemen en verwante woorden:
- zicht versus visie
- zicht versus zicht
- reikwijdte versus zicht
- gluren zicht versus zicht
- bespioneren versus zicht
- glimp versus zicht
- zicht versus plek
- richten op zicht
- zicht versus visie
- gezichtsvermogen versus visie
- kijk versus visie
- perceptie versus visie
- verschijning versus visie
- hallucinatie versus visie
- luchtspiegeling versus visie
- droom versus visie
- verlangen versus visie
- aspiratie versus visie
- fantasie versus visie
- voorstelling versus visie