Het verschil tussen Glitter en Sparkle
Bij gebruik als zelfstandige naamwoorden , glitter betekent een helder, sprankelend licht, terwijl fonkeling betekent een kleine vonk.
Bij gebruik als werkwoorden , glitter betekent schitteren met licht, terwijl fonkeling middelen om vonken af te geven.
kijk hieronder voor de andere definities van Glitter en Fonkeling
-
Glitter heb een zelfstandig naamwoord :
Een helder, sprankelend licht; glans of schittering.
-
Glitter heb een zelfstandig naamwoord :
Een glanzende, decoratieve versiering, soms op lijm gestrooid om een eenvoudig kunstwerk te maken.
-
Glitter heb een zelfstandig naamwoord (figuurlijk):
Glitz.
-
Glitter heb een werkwoord :
Om te schitteren met licht; schijnen met een schitterend en gebroken licht of opzichtige glans; te glanzen.
Voorbeelden:
'een glinsterend zwaard'
'de glinsterende ornamenten aan een kerstboom'
-
Glitter heb een werkwoord :
Om opzichtig, misleidend of opvallend te zijn, en dus aantrekkelijk.
Voorbeelden:
'de glinsterende taferelen van een rechtbank'
-
Fonkeling heb een zelfstandig naamwoord :
Een kleine vonk; een sprankeling.
-
Fonkeling heb een zelfstandig naamwoord :
Schittering; glans.
Voorbeelden:
'de schittering van een diamant'
-
Fonkeling heb een zelfstandig naamwoord :
Levendigheid; levendigheid.
Voorbeelden:
'de sprankeling van zijn gesprek tijdens het diner'
-
Fonkeling heb een zelfstandig naamwoord :
De kwaliteit van sprankelend of bruisend zijn; bruisen.
-
Fonkeling heb een werkwoord (onovergankelijk):
Om vonken af te geven; om ontstoken of gloeiende deeltjes af te werpen
Voorbeelden:
'usex Het hout sprankelde in het vuur.'
-
Fonkeling heb een werkwoord (door verlenging):
Om te schijnen alsof er vonken worden afgeworpen; om lichtflitsen uit te zenden; sprankelen; fonkelen
Voorbeelden:
'usex De sterren schitteren aan de hemel.'
-
Fonkeling heb een werkwoord (onovergankelijk):
Om zich te manifesteren door, of alsof door, vonken uit te zenden; glinsteren; flitsen.
-
Fonkeling heb een werkwoord (onovergankelijk):
Om kleine belletjes af te geven, zoals bij bepaalde soorten likeuren; bruisen
Voorbeelden:
'usex mousserende wijn'
'usex bruisend water'
-
Fonkeling heb een werkwoord (transitief):
Om uit te zenden in de vorm of gelijkenis van vonken.
-
Fonkeling heb een werkwoord (transitief, verouderd):
Te verspreiden.
-
Fonkeling heb een werkwoord (transitief, verouderd):
Om over of over te verspreiden.
Vergelijk woorden:
Zoek het verschilVergelijk met synoniemen en verwante woorden:
- glans versus schittering
- glinsteren versus schitteren
- sprankelend versus sprankelend
- stralen versus schitteren
- coruscate versus sprankeling
- glitter versus schittering
- schittering versus twinkeling